Twee jaar geleden speelden ze samen in de tuin. Een doodgewone dag, fris maar zonnig. Het was net zomer, of de zomer was net voorbij; hij weet het niet meer. Het enige dat hij zich nog kan herinneren, is dat alles daarna anders werd. Hoe het rennen van zijn zoon overging in lopen, wankelen, vallen. De diagnose vlak voor kerst.
Nu legt hij zijn ene arm om de nek van zijn kind, de andere onder zijn benen. Met kracht tilt hij het slappe lichaam uit het veel te grote bed, zo de rolstoel in. Ondertussen imiteert hij een Formule 1-commentator en scheuren ze samen door de kamer, gedachten zonder grenzen. Ergens in dit lichaam huist zijn zoon, maar soms moet hij zo hard zoeken dat het pijn doet.
Verderop opent een andere vader een medicijnkast: buisjes, doosjes, sondevoeding. Hij mag zich niet vergissen, kán zich niet vergissen. Eén fout kan al fataal zijn en dan is het allemaal zijn schuld. Hij is eraan gewend, zo gaat het al jaren. Gelukkig kreeg hij van het ziekenhuis een cursus. Nu weet hij precies wat hij moet doen en waar hij op moet letten.
Zijn zoon lacht. Flirt. Trots wijst hij op de dingen die zijn kind kan, waarvan niemand had gedacht dat hij het ooit zou kunnen. De manier waarop de jongen contact zoekt bijvoorbeeld, zijn vrolijke karakter, geluiden die steeds meer op woorden lijken. De vader zegt: “Af en toe laat hij iedereen vergeten dat hij niet volwassen zal worden.”
We gaan verder. Een kleine, wonderlijke reis door Nederland. Onder een schuine berk liggen twee stenen van vrolijk mozaïek. Alle kleuren van de statige omgeving, de zerken en herdenkingsplaten hebben zich op deze plek verzameld. Geel, paars, roze, hemelsblauw en rood. Een vader knielt neer. Poetst de stenen van zijn dochters. Graaft een kuiltje voor de planten die hij heeft gekocht.
Hij komt hier graag. In het urnenbos. Verschillende bomen, planten, bessen. Wind die langs de bladeren strijkt en koelte met zich mee brengt. Soms ziet hij konijnen, of een hert dat wegschiet in het groen, maar altijd zijn er vogels. Vogels die zijn dochters nooit meer zullen zien in een wereld die zo pijnlijk mooi gebleven is.
Drie keer een moment, vluchtig en ongrijpbaar, maar toch levensecht. Gewoon drie vaders van kinderen met een metabole ziekte, die zorgen, liefhebben en dragen. Hun kinderen aan het lachen maken, als iedereen denkt dat er geen grappen meer over zijn. Ze onthouden het geschater als de plot van hun verhaal. Een heldendicht, waarin de ziekte het altijd zal verliezen van de liefde.
Vaders als helden zijn het. Helden als vaders.
Reactie plaatsen
Reacties